Zojuist
(Misschien denk ik het maar
en besta ik nog wel.)
Iemand kucht.
“De Heer! Is uw herder.
Kom in de kudde
en verheug u op het grazig dal.”
(Je verheugen - op 24/7 rondhangen,
met een helse kramp in je kaken
van je eeuwig blije grijns..!
O Moeder Morfine,
haal mij uit dit bed vandaan,
zorg toch dat ik…
ah, ja, fiets!
Met losse handen,
lachend naar een spannend wijf!)
Maar teruglachen doet zij niet.
Zij wringt haar gezicht in een glimlach:
“Rustig, meneer.”
Gefrustreerd fiets ik verder,
hijgend, slingerend,
tot de man met de hamer mij neerlegt.
“U mag blijven liggen!”
Hij peilt mijn gezicht;
ik zoom in op het spuitje: halfleeg.
(Nee, halfvol!
Ik geef het op, ik daag hem uit,
de man in het wit, de almachtige!)
Hij schudt zijn hoofd en prikt.
(Nu ga ik dood.
Nu.
Of nu.
Of zojuist.)
9 januari 2025
Geplaatst in de categorie: overlijden