op de kop tussen dopheide
in ’t open veld was geen schaduw
van laurier of struik te bekennen
behalve van ’n eenzaam wolkje
dat zo weer voorbij waaien zou
en toch
toen hij ging liggen
kwamen de schapen
grazen en stampen
en sneden
met hun silhouetten
als tanden
’t fris aangegroeide
goede gemoed weg
dat blakend in de zon
eindelijk begonnen was
op te bloeien
en dan blaatte hij
nog [eens] niet
in wollige woorden
over de stormen die volgden
hoe hij in wezen
doorweekt en zwart
afgebrand
Thor vermorzelen moest
als hij ’n hamer had
was hij gaan slapen
maar op handen en voeten
zou hij zwerven
dolend door de dagen
en doodde de nachten
in de galerijen
waar
als ’n leeuw in de luwte
’n nieuwe lotsbestemming
wachtte
om weer los te laten
en verder te gaan
tijgerend nu
door ’t dal der beken
bij de rivier en ’t bos
getraind in de leegte
en de schaduw
van ’t open veld
Stolz
im Mondlicht
unter den Wölfen
‘ahoeoeoe…’
Zie ook: http://www.propublishing.nl/onze-gedichten/
Schrijver: R.E.N.S., 14 april 2025
Geplaatst in de categorie: overig