Avondgloren
De avond spreidt een zacht gewaad
van purper langs het stille woud —
de wind, een fluisterende troubadour,
zingt lenteliedren tot de wolkendou.
De beek, een traan van licht en tijd,
glijdt door het mos als een herinnering —
elk bloemhoofd buigt, een tedere schuchtheid,
naar ’t gras dat geuren ademt, diep en zwijgzaam.
O, zie de hemel — een geopend hart —
waarin de sterren traag ontwaken,
zoals een mens zijn droomen draagt:
verborgen, maar vol eeuwig luister.
En ergens, tussen tak en takkerstond,
verliest de ziel haar naam en grenzen —
zij wordt het licht dat door de bladeren danscht,
het lied dat nooit begon en nooit zal eindigen.
26 april 2025
Geplaatst in de categorie: algemeen