Fieremei
Over het veld, met licht besprenkeld gras,
in ochtendlicht dat glanst als glas,
komt mei – fris, vastberaden, fier –
en blaast de lucht zacht en mild als wier.
Langs bossen, heuvels, vlakte, dal
zwaait hij zijn groene hoed met zwier.
Kristallen hymnes stijgen al,
zijn groet weerklinkt in zonlicht hier.
Met vlammen goud, die nooit vergaan,
kleurt hij de dag in lentegloed.
Hij lacht – het leven lacht spontaan,
vol bloemen, zon en overvloed.
De aarde danst in kracht en pracht,
rolt haar groene tapijt vol trouw
voor wie haar eeuwig heeft verwacht:
de blonde Mei, de fiere Mei, de gouden vrouw.
Een plechtig ruisen zwelt omhoog,
als orgeltoon die langzaam groeit –
bladruis, beekzang, vogelvlaag,
licht en geur waar alles bloeit.
Geen hart blijft stil, hoe moe of koud,
en fel barst uit elk mensenlied
het oude, eeuwig jonge geluid:
een lofzang vol verlangen en verdriet.
18 mei 2025
Geplaatst in de categorie: algemeen
voor 't merendeel citaat
het rust nu fier in het struweel
dat in een epigonendans
heeft postgevat naast Gorter
de Mei lacht in haar zonneglans
en speelt twee keer met pi,
niet once
de Juninacht duurt korter...