’n aubade voor de onvermijdbaarheid van ’t goddelijk lijden
(de bedelstafloner Rubus skriet: ‘de goden zouden wel ’n onsje minder mogen
ze maken te vaak paardensprongen als vallen voor ontzagwekkendheid’)
Rubus
’n god verbruikt z’n zet, hij zinspeelt op jouw fout
en ’t is nog steeds zo dat zijn zet de status quo behoudt
Kultus
’n god is voor ’n potje schaakmatten te laf en afwachtend te noemen
wit eerst, opgevolgd door de zwarte, niks om hem voor te roemen
Rubus
hij moet ’n loper opgeven, pijnlijk in z’n (pi)onvermogen
flirtend met z’n damesleven als hij in ‘n val wordt gezogen
Kultus
’n god is voor ’n potje schaakmatten te laf en afwachtend te noemen
wit eerst, opgevolgd door de zwarte, de strijdklok zal snel zoemen
Rubus
’t blijft bij schijnbewegingen, ‘n ontbrekend plan-de-campagne
de paarden verdienen meer zegeningen, ’t valt me godsgruwelijk tegen van je
Kultus
’n god is voor ’n potje schaakmatten te laf en afwachtend te noemen
wit eerst, opgevolgd door de zwarte, zijn patstelling is niet te verbloemen
... gebaseerd op ‘Ballade von der Unzulanglichkeit menschliches Strebens’ door Bertolt Brecht (1898-1956)
(met dank aan Maxim)
www.brechtfestivaldeventer.nl/images/stories/de_ballade_van_de_ontoereikendheid.pdf ...
Zie ook: https://propublishing.nl/author/r-e-n-s/
Schrijver: R.E.N.S., 27 mei 2025
Geplaatst in de categorie: overig