Dovemansoren
Zij zweeg, ze zei helemaal niets,
Hij kletste maar door, en door,
Dacht dat zij was een en al oor,
Zij hield zich doof, hoorde niets.
Hij dacht ik heb haar over de brug,
Zij dacht waar is hij toch op uit,
Ziet hij niet, dat ik hoor geen fluit,
Dat lijkt mij toch wel zeer stug.
Zijn houding veranderde hij niet,
Hij bleef ratelen,
Zodat zij opstond en hem verliet.
Nóg had hij toen niet in de gaten,
Dat er iets schortte,
En bleef hij maar aan het praten.
Geplaatst in de categorie: overig