Tussen stations
De lucht is half bewolkt,
als een halfnaakte vrouw,
met een huid van vaalblauw.
Zoals altijd dwaal ik af in poëzie.
Moe, maar onafgebroken keer ik terug naar woorden,
alsof zij het laatste zijn
dat me nog vasthouden.
Een stil stel uit Suriname
zit tegenover mij.
Hun zoontje doet me denken
aan de jonge koning van Nederland –
maar dan met donkere huid, zwart haar.
Hij weet niets van het verleden
dat hem achtervolgt,
van het lijden dat eens bloed werd
in de aderen van de macht.
Het kind glimlacht,
verloren in zijn dromen.
Hij draagt de zon
in de hemel met zich mee.
Ik nader het laatste station.
***
Geplaatst in de categorie: algemeen