Tussen bergen en diepte
God, bron van troost in nacht en dag,
Waar liefde woont en een fundament was,
Mijn hart kende U, mijn ziel vertrouwde,
Uw geest droeg mij, als een berg die niet vergaat.
Met open handen, biddend onder sterren,
Zocht ik wonderen, vond ik kracht in gebed,
Levende hoop die deel werd van mijn verhaal,
Een plek in het plan, de wereld als kerkzaal.
Loofde U met vurig hart –
Bemind, verlangt, beschermd door engelen,
Mijn leven aan U, met alles wat ik had,
Geloof dat bergen verzetten kan.
Maar stormen kwamen, angsten stegen,
Psychose sloeg in, de grond begon te beven,
Fundament wankelde, houvast verdween,
Ik werd beschaamd, bang, sprakeloos alleen.
Droom fluisterde geruststelling,
Een engel stond nabij de rij,
Een stem die hoop bracht, even vederlicht,
En weer ging het leven stil voorbij.
Liefdevolle kracht omarmde mij
In een kamer vol zorgen,
Maar kneep mij vast, als beproeving zonder einde,
Was het echt God die mij droeg, of was Hij het niet meer?
Vrienden verdwenen, de Geest verdampt,
Goede dagen werden grijs,
Ik haatte God die eens bergen kon verplaatsen,
Nu blijft enkel stilte in mijn reis.
Wie zal mij nu dragen,
Nu het fundament verdwenen is?
Wie weet, ooit berg ik hoop opnieuw
In een vallend woord, een klein gemis.
... Gedicht, ontleend aan het verhaal van Leonieke. Voor Leonieke was God jarenlang een bron van inspiratie, troost en richting. Haar geloof vormde het fundament voor haar bestaan: een diep geworteld vertrouwen in een liefhebbende God die haar zag, kende en leidde. Maar dat fundament is gaan wankelen.
Een poëtisch gedicht over geloof, verlies en psychose. ...
Zie ook: http://www.deoverkant.wordpress.com/
Schrijver: Peter Paul J. Doodkorte
9 september 2025
Geplaatst in de categorie: emoties