remontada
Ik heb je lichaam gevormd,
naar het beeld van mijn dromen,
uit kneedbaar ivoor;
ik wou dat jouw bloed stromen zou,
je perfecte lijnen door mijn handen,
verwarmd,
geliefd en vertrouwd, - zelfs
als ze vervagen in bedenkelijke mist,
konden glijden.
Maar de tranen van de Heliaden
zinken in het diepe besef van
zelfmedelijden,
overdrijvend gedram.
Jij mag dan zó mooi zijn,
de kracht ontbreekt mij, ondanks
mijn marmeren levensdrang,
overwonnen tijdelijkheid,
mijn tanden in jouw malse steen,
smeltend, dankzij mijn
vleesgeworden halsstarrigheid,
te zetten.
Mijn tong verdraait het woord,
namelijk: long, langdurend;
lodderig komt de taal
dralend overeind,
vermoeid turend en laf,
bekaf van de Helikon gerold.
Toch sta ik op
tegen de klippen waaruit ik
jou gehouwd heb,
langzaam beitelend,
vastbijtend in hoop
tussen de hopen gruis,
de pijn, grijzend
aan de slaap, verbrijzelend
met de klinkende hamer
van dichter zijn.
Geplaatst in de categorie: ziekte

Geef je reactie op deze inzending:
voor rotsenkust
spat tegen klippen
een droombeeld op
halsstarrigheid
hult zich in mist
maar drang tot leven
heeft beitel en hamer
in 't virgo blanke
marmer gedreven
dichter's brood
is vleesgeworden
wederopstanding
in woordenstrijd