De profeet
Waar de zon nooit schijnt
Daar woon ik.
Bij de omgevallen boom,
In een hut onder de grond.
Niemand kent mij,
Maar ik heb weet van al
En iedereen.
Ik zie met mijn derde oog
Knarsend de wereld aan.
En zeg de mensheid:
Keer nu om!
Het is nog niet te laat.
Maar niemand luistert
naar een zonderling
Met een vergiet op zijn hoofd
En tanden als botte messen.
Een tuinbroek als uniform.
Zachte voeten die bloot
Over gras heen gaan.
Geplaatst in de categorie: mystiek

Geef je reactie op deze inzending: