Ongeboren stilte
Mijn land ruziet met zware gewichten,
van uitbuiting, oorlog en strafkamp.
De zwijgende stilte vindt zij geen ramp,
tussen schep en strop lachen de lichten.
De rust die er heerste, blijft wereldvreemd;
bommen schilderden het land en het weer.
In haar kamer was ik vroeger de heer,
nu geeft zij zich aan hem, en is ontheemd.
Haar zwakke lichaam is een vlassig draad,
dat voortdurend wankelt en alsmaar zucht,
en nog zelden haar kracht en balans vindt.
Wat ze droeg was een elegant gewaad,
dat sluierde om de ongeboren vrucht —
ze metselde het zwijgen van het kind.
Geplaatst in de categorie: afscheid

Geef je reactie op deze inzending: