Tussen ons
Ik leef in de ruimte
waar liefde rafelt,
waar leegte fluistert
dat ik moet loslaten—
maar mijn hart weigert.
Zij is de zee:
onvoorspelbaar,
soms een haven,
vaker een golf
die me meesleurt.
Ik blijf staan,
handen open,
regen op mijn schouders
Is een gewoonte geworden.
Ik draag haar stormen
alsof ze voor mij bedoeld zijn.
Ik vang wat valt.
Ik slik wat zwijgt.
Ik lijm wat breekt
met de laatste restjes hoop.
Maar terwijl ik haar anker ben,
drijft niemand mij terug naar land.
Op dagen dat ik
achter mijn eigen schaduw verdwijn,
voel ik nog steeds
dat wat tussen ons leeft
liefde heet—
al herkent niemand het zo.
En toch raap ik,
heel voorzichtig,
mijzelf op.
Blijven.
Breken.
Ik beweeg ertussen.
En noem het liefde.
Geplaatst in de categorie: liefde

Geef je reactie op deze inzending: