De nacht staat
De nacht staat.
In de rij,
rug aan rug
gebogen.
Zandkorrels trillen,
schreeuwen het uit
waar hitte golft.
Smeulende
droomresten;
gekromde
spijkers
gloeien na
in de schachten
van mijn dag.
Langs de loopgraaf
plant ik mijn stok,
de klamme sloop,
geknoopt.
Met rechte rug
til ik mijn hoofd.
Overgave bouwt
op de kracht
van het platgekropen
spoor.
Eer mijn vaders vaarder —
waardigheid
wijst de weg.
Geplaatst in de categorie: maatschappij

Geef je reactie op deze inzending: