Eenzaamheid2.
Het eten staat op het fornuis
en buiten kreunen zacht de bomen
in de winden van oktober.
Hoe donker is het huis.
En dat ik heel alleen
alleen moet dragen,
wat reeds zolang geleden is.
Ik nooit voorkomen kon.
Daarstraks was er een teer gebaar,
heel even was ik weer
diep in de waan van een gedachte,
ver in de droom van gisteren.
Maar in het donker van de dag,
en in het kissen van de boter
kwam ik weer thuis
van al dat ver gegaan.
Ik heb wat peper op het eten,
wat weemoed in vandaag gedaan.
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid