mijn doornroosje
zijn doen slaat mijn boog
weer tot een trillende spanning
en pijlen van woorden
worden reeds in het heet
van mijn woede gesmeed
vergeef me liefste, ik ben
maar van vlees en bloed
mijn moeite scheurt
in het snijden van de pijlen
de brandgeur die uw vlees
mijn neus toe krijst
is een botte terugslag
die mijn glazen hartje
barst waar het nog lachte
liefste, zijn woorden wekten
de rovers in mijn struikgewas
leg de ketting aan het goud
dat tot uw hartje is gesmolten
wacht in het kasteel van eenzaamheid
tot mijn knagende stembanden
weer op zangzaad lopen
en hun omarming u zachtjes
in vrijheid kust, mijn doornroosje
Geplaatst in de categorie: verdriet