Geketend hart
De balalaika vloeit haar tonen
trillend door de zwoele nacht
de donk’re stem van ‘n nomade
zingt vol ontroering een ballade
over wat ‘t leven met zich bracht
De aangelegde ketens knellen
en beperken een tijdloos dwalen
dat kriebelt in het zigeunerbloed
hen drijft naar verre zonnegloed
in wens de einder te bepalen
Het vuur laait likkend vlammen
speelt schaduwen op de maan
als melodieus verlangen spreekt
en om een totale vrijheid smeekt
dat het hart is van ‘t zwerfbestaan
Als het morgenlicht is verschenen
en de haan voluit zijn glorie kraait
is de droeve melancholie verwaaid
en het zigeunerkamp verdwenen
Geplaatst in de categorie: algemeen