inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 4.025):

Woestijn I

geruisloze winden dragen het stof
dat valt op de daken van de huizen
die hier ooit stonden
in mijn dromen knarst het
tussen de van water ontvloten
tanden achter de droge ruwe lippen
van mijn mond
de universele ruis zaait zich
overal, in visie, zicht en verstand,
en doorheen het verglijden van het besef
van tijd ziet de vreemdeling toe
hoe de woestijn zich hier vormt
door komen en verdwijnen de beweging
voortdurend eert als ode
aan de vrije wilsbeschikking van
de kleinste zandkorrel
ik eet het stof en zuig me vol
van beweging in materie die
voortleeft en niets meer dan
de ruis voedt die zich nestelt
in de schurftige korst rond
het materiële omhulsel van de geest

ik aanbid haar, de hogere vorm
van puur stoffelijke individualiteit,
en stel eens te meer vast dat enkel
echte liefde maakt dat
door het kauwen en herkauwen
van korrels hard zand
de uitwendige verschijning van
de ruis interfereert met een
vluchten en weerkeren van materie,
en zich zo alle ruis weer zelf opheft
wat maakt dat je helderder ziet
dan nooit kon worden verwacht

Schrijver: Tristan Ratza, 13 februari 2004


Geplaatst in de categorie: filosofie

4.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 716

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)