Onder dak
Wat zich zoal niet kan nestelen
in een hoofd vol veertjes en pluisjes
met losse draadjes na het verstellen
het gruis van vervallen heilige huisjes
en het wollige mos op doorleefde verhalen
dat doorwoekert over slapende idealen 
Gestaag vullen zich de geslagen gaten met
alles wat fladdert en pikkend
zijn weg zoekt onder hoed en pet
Te klein is de ruimte, verstikkend
zelfs, voor te grote gedachten
doolhof van tunnels, vezels en schachten
Het stormt herfstig en geducht 
door het dorre dode hout
het raast, er blaast weer frisse lucht 
de laatste geesten worden weggehouwd.
Geplaatst in de categorie: psychologie

Geef je reactie op deze inzending: