het verdriet van de man
Hij heeft zich al die jaren ingezet
voor huisdier, echtgenote, dochters, zonen.
Vergeefs gehoopt dat men hem zou belonen.
Hij overpeinst z’n Waterloo in bed.
Z’n hersenspinsels kennen geen verlet.
Hun dagen zijn gevuld met slopen, honen
van ‘t gasthuis dat ze ongenood bewonen.
Ze kalken ‘onbenul’ op zijn brevet.
Van armoe zoekt de stakker buitengaats
de warmte die z’n lijf en ziel ontberen.
De klaagmuur voor z’n opgekropt verdriet.
Daar wordt hij niet bestempeld als ‘melaats’
en zullen kou en scepsis hem niet deren.
Hij lucht z’n hart: “m’n vrouw begrijpt me niet”.
Geplaatst in de categorie: mannen