Drie Koningen
Volgens de overlevering van Matteüs,
tollenaar tot vermaard apostel verklaard,
waren er eens drie koningen, het kunnen
er ook vier of vijf zijn geweest, dat staat
niet onomstotelijk vast. Pas later gaven
we ze namen en werd Kaspar zwart
gemaakt. Waarschijnlijk waren ze thuis
het gekijf van hun haremvrouwen zat
en dankten God op hun blote knieën
dat hij een ster stuurde als richtsnoer
voor een verre reis. Om niet met lege
handen bij de geboortestal van de boer
nabij Bethlehem aan te komen, werd er
goud, wierook en mirre in een plunjezak
gestopt en meegetorst. Reizen zonder
wijn was niet de gewoonte, een pak
van Balthasars hart, hij lustte wel wat.
Het drietal (of vier, daarover boodschapt
Matteüs niet zo uitgesproken) toog op pad,
per TGV (route naar B. intussen geschrapt).
Kijk, de ster! zei Melchior, diep in het glaasje
kijkend. Hij zag de weerkaatsing alle kanten
uit flonkeren. Dat kan niet missen, daar is het
en ze werden verwelkomd als echte gezanten.
Ze namen hun intrek in de hoek van de stal,
gaven Jozef ook een glas. Moe van het zeulen
werden ze gastvrij onthaald en schonken jaren
later hun relieken aan de Dom in Keulen…
Geplaatst in de categorie: religie