voor buitensporig gaan
een zacht gebaar
waarmee hij haar
de stoeprand wees
de knik, een hand
het lachje van begrijpen
toch wist zij zich
van beiden nog de wijste
er zijn geen
woorden meer
er is ook geen verzetten
gevangen in haar
regelzucht van rust
de stille tucht voor
buitensporig gaan
hij had de naam
van een charmeur
kende kleur en
geur van vrouwen
wist af en toe
van ze te houden in
een onbewaakt moment
hij is door
haar gekend
en toch bleek
achteraf het oude nest
weer zo bekend om
spoorslags terug te treden
met haar te leven in het heden
Geplaatst in de categorie: liefde