Maandagmorgen
De zon schijnt op de Synagoge
de duiven koesteren zich op het dak
en de Opstandingskerk een eindje verder
wordt door dit licht onttrokken aan de nacht
de Lodewijkskerk ligt nog in de schaduw
de windvaan op de toren glinstert goud
steekt uit boven de schaduw van het Kruytschip
dit is het Leiden waar ik zo van houd
het Park heeft buiten mij nog geen bezoekers
ik hoor mijn voetstappen op de bevroren grond
een zonnestraal strijkt tussen de gebouwen
tot hij blijft rusten op mijn kleine zwarte hond
een merel scharrelt zoekend in de struiken
en van een tak bekijkt een kauw dit tafereel
de stenen burgemeester strekt zijn arm uit
een ekster prijst zijn eer met schorre keel
De zon schijnt op de maandagmorgen
de tijd staat stil, de mensen gaan voorbij
al wat er was, en is, en zijn zal:
dit ogenblik blijft luisterrijk voor mij
Geplaatst in de categorie: woonoord