riemde al je leest
je kerkte nog
zwartgekoust
maar riemde al
je leest als
een ondeugend
naderend lentefeest
de dominee sprak
dungelipt over het
beest dat Satan heet
maar het puntje van
zijn tong glinsterde zon
wanneer hij jou aankeek
hij wuifde toen jij
weer de kerk verliet
de naden van je kousen
zaten nog rechter
in de leer dan de
meningen van alle pausen
zij wezen
weer genadeloos
naar het door
hem vervloekt gebied
de klokken beierden
wat traag zijn stil verdriet
Geplaatst in de categorie: liefde