Godina
De varens trilden daar; zij kroop tevoorschijn bij de linde,
die sluierfantasie, dat elfje. Zie je, zij bestaan!
Een elfenkring bij volle maan, dat is allemaal geen waan.
Die Godina, sneller dan een kind, bevallig als een hinde.
Terwijl ze vliegt, verguldt de zon haar lijf en vleugels.
Even rust zij bij water dat kabbelt - een dageraadslied - ,
voordat zij het psychisch onkruid van kobolden wiedt.
Voor het welzijn van begroeiing houdt zij strak de teugels.
De iepgeest zingt en heelt. Kabouters doen hun taak.
Zij praten met de dieren, bidden tot de Logos van het Woud *
en blaadjes in ontbinding als maaltijd laat hèn niet koud.
Alleen trollen schieten met hun ondeugd altijd raak.
"De sluiers worden dunner. Kom met deva's in het reine!
Nu al kun je ons, zo rond zonsopgang, zien verschijnen".
... * De Logos van het Woud zou je kunnen zien als hun God, zoals de Zonnelogos voor mensen. ...
Schrijver: René Roumen, 21 september 2013Geplaatst in de categorie: natuur