op de kwelder
zoals ik struin langs 
oester en blikken fanta 
hangt mijn geest reeds 
aan het verderf van moed 
te zwieren gelijk die witte
reiger die me beziet vanaf 
de rijsdam tot aan de in verval
geraakte steiger 
het is de overvloed die het lijden 
voedt met een onleesbare handschrift
wiens tekst mijn mijmering in
zwartgallige woorden in herinnering brengt
humor droogt de spade waarmee
het Wad haar prielen graaft, ze wil
leven wijl ze aan mijn hakken likt
en maatvoering ondermijnt 
met het hoongelach van een
meeuw met het Downsyndroom 
de lucht klaart en de vallen
zijn gezet
... aan de rand van water en geen water ...
Schrijver: elze, 19 januari 2019Geplaatst in de categorie: actualiteit

Geef je reactie op deze inzending: