Aan de vijverkant
Ik geniet, rustig, aan de kronkelende wateroever,
verscholen tussen beuk, berk en 't ritselend riet.
Spied naar muggen, larven en een rare parasiet.
Ik oog, een en al wonder, als ingewijde fijnproever,
naar een juffrouw, ietwat verdoken aan de waterkant.
Ze streelt genotvol en bevallig haar tengere navelband.
Ik fantaseer, geniet, 'n laveloze dronken wijnproever,
snoep, proef, keur, adoreer volop en gluur intens flexibel,
naar mijn attractieve juffer. 'n Verlokster, deze fraaie libel.
Ik ontwaak uit mijn stil gesoes aan deze vredige oever,
’t zonlicht kleurt fel in onze frêle vleugels, ijldun als van glas,
mijn ranke waternimf en ik paaien een duodans aan de plas.
... Graag beoordeling, geen idee van waarde of kwaliteit van dit gedicht. Karamelleverzen? ...
Schrijver: Leon Lucien Jean Wagemans, 23 mei 2019Geplaatst in de categorie: algemeen
Iets nieuw beginnen begint altijd aan een begin en een steile trap beklimmen begint aan de onderste trede.
Knap bedacht onderwerp en een treffend verwoord beeld ervan.
Nog veel plezier met het dichten