Ik denk aan je, kon ik maar
Verweesd verglijdt de nacht achter mijn duister raam,
ook verdwijnt stilaan, licht om licht, onze trouwe maan,
eens de minzame stille getuige, 'n alziend avondoog,
spiegel van onze dromen, 'n stomdom chaotisch dialoog.
Lichtjes fonklen door grijsblauwe wolken,
opgejaagd door de felle morgenwind.
Mijn slapeloze geest maalt verblind
verder in diepe opstandige droomkolken.
Nu de donkere nacht volop de helle dag begroet,
welt in mij een kalme lijdzame eenzaamheid.
Nu je stem vanuit de verte me weer ontroert,
denk ik aan je, verlangend in mijn verlatenheid.
Ik denk aan je en zie sterren kwijnend gloeien,
niemand weet waarheen mijn dromen vloeien.
Ze gaan naar je, gedreven door wind en wolk.
Ze gaan naar je, jij lieflijk hart van jouw volk.
Ik denk aan je en mis je oh zo ontiegelijk zeer.
Kon ik maar, ik snelde onmiddellijk naar je weer.
Ik denk aan je, stileerde herinneringen blijven.
Kon ik maar, onze verloren droom herschrijven.
Geplaatst in de categorie: algemeen