Simpel tuingedicht
Ik dank dat ik de tuin,
dat ik bukken mag,
en dat ik plukken mag,
mag snoeien,
hoe alles opkomt me kan boeien,
het trek en strekwerk,
waardoor ik sterk
Het zagen en het wagen
iets zomaar zijn gang
Het wingeren, 't zich slingeren
om tak of boog,
hoe hoog een boom,
hoe vol met vrucht.
Zij is één vrucht mijn tuin
hoe zij zich tooit
Naar een sportzaal hoef ik nooit
elke oefening biedt zij
Mijn vriend en mijn vriendin
want als ik uit het raam kijk
is zij altijd aan mijn zij.
Geplaatst in de categorie: bedankt
en nu lees ik dit van jou.
Hoe plezierig is het als twee stromen samenkomen
dat versnelt, versterkt, waar beiden echt van dromen.
Dat is de kroon op al je werk.