Haasje
ze rommelt met haar boodschappen
rammelt aan het kettingslot
propt een brood in de fietstas
blaast nog even een kastanje lok
voor haar ogen weg
“Sta je op mij te wachten?”
“Nee hoor,” zeg ik, “heb geen haast.”
“Ah.”
ze lacht
het tongetje glibbert naar de hoek
van haar lippen
waar het kokkel-schuchter
naar buiten steekt
een knipoog na
is net een toetje
ze trapt en is weg de weg
naar mijn eigen fiets weer vrij
“Hoi hè,” roept ze nog
lekkerding
kan ik alleen maar denken
een mooi heel haasje
de bocht om
de wereld uit
Geplaatst in de categorie: liefde
zomaar tussen het alledaagse.