Te Bewandelen Wegen
jullie zijn me voorgegaan
de standaard wegen die
we allemaal hebben te gaan
van een enkele hebben jullie
mij z’n loop niet kunnen leren
zoals die van hoe te worden geboren
hoe vrouwen naar behoren
te kunnen bekoren
voor ze weer dreigen te vertrekken
naar havens in betere oorden
jullie konden mij niet op
de vele hindernissen en gevaren
die ons aanstaren attenderen
hebben mij het bezweren niet kunnen leren
sommige moet je echt alleen trotseren
ach ieder beloopt z’n eigen wegen
dat is wat ik ondertussen heb begrepen
niets kan worden ontweken
en aan het einde van de laatste
zie ik heel erg in de verte jullie zielen
wachtend met een lauwerkrans
maar ik kom voorlopig nog niet langs
er schijnt voor mij nog een eerlijke kans
Inzender: C.A. de Boer, 1 augustus 2021
Geplaatst in de categorie: emoties
Je E2-gedicht is overigens niet te vinden, dus laat ik het hierbij.
Om maar gelijk met de deur in uw huis (of Mercedes C-klasse) te vallen: de vrouwminnende manspersoon heeft betrekking op figuren uit de mythologie.
Er waren maar weinig mannen die tot het Rijk van Pluto werden toegelaten. Orfeus, wanhopig op zoek naar zijn geliefde Eurydice en Odysseus naar zijn strijdmakker Achilles.
Geen van beiden, laat staan enig ander manspersoon, kon reiken tot bij de Styx, laat staan dat zij aan gene zijde zielen met een lauwerkrans konden zien zwaaien...
Zielig heeft ook meer betrekking op de kritiek van JP of JPA of misschien Jean Pierre l'Ami(what's in a name)het vorige gedicht, waar hij mijn persoonlijke visie met een belerend vingertje meent te moeten corrigeren.
Het zielige is ook dat je tegenwoordig kritiek maar klakkeloos moet slikken en een weerwoord met kritiek daarop blijkbaar niet meer mag. Terechte kritiek of opmerkingen zijn welkom, zoals van JPA op dit gedicht. Wat mij betreft zou dit ook in normaal gebruikelijk Nederlands mogen - het Nederlands is immers best een fijne taal, toch?
Natuurlijk kunnen we elkaar met loftuitingen om de oren slaan maar alleen dáármee schieten we niks op.
Het aardige is juist dat we elkaar niet alleen de maat kunnen nemen, maar ook kritiek mogen leveren op punten die verbetering behoeven of een andere interpretatie kunnen hebben. Wordt een mens nooit slechter van. Niet zielig dus!
In dit gedicht ga ik er vanuit dat aan het einde van het levenspad, de zielen die ons voorgingen ons na onze oversteek, ons verwelkomen met een bloemetje of een lauwerkrans. Bewijzen kan ik dit laatste niet - geef ik toe voor u me dat weer nadraagt.
Gaat u nu al mijn gedichtjes becommentariëren. Zielig.
luiken geloken blijven...
Doch wat mij als vrouwminnend manspersoon in je laatste strofe nog het meest intrigeert is die lauwerkrans.
In het licht van het voorgaande lijkt hij plotseling op te doemen uit het niets. Een deus ex machina die om nadere explicatie schreeuwt...