Zelfonderzoek
Ik zou die dag naar de crematie
Nam trein, te voet naar uitvaart plek,
langs molen, vaart, het centrum, park,
een stem zei uit mijn hand,
hoe 'k lopen moest, hoe gek
en eenmaal daar zag 'k mijn familie,
en vrienden van mijn broer en zoons
Er was een zaal en banken,
de kist vooraan vol bloem,
een foto op het scherm
van schoonzus gesluierd beeldschoon, veranderend,
de laatste jaren dement
De jongste zoon die deed het woord
Zijn vrouw 's arm warm om mijn broer gelegd met nagels rood
Een dank was er, een koffie, thee
en brood,
een praten met elkaar
En dan weer terug, de liften afgeslagen, want zonnig,
bijna mei en bloesem
mijn nicht zei nog, ik ben precies als jij-
een lopen langs de weg, die opgebroken,
dan door een groene strook
en om bij 't station te komen
was niets bewijzerd meer
geen wandelwegen,
wel auto 's, brug.
Pijnlijke voeten, nette schoenen, tenen op elkaar gedrukt
en wroeten hoe alles voelde
Bedrukt dat er geen pad meer was voor wandelaars, 'k me schaarde tussen de vreemdelingen, zwervers die hun eigen weg wel kozen,
de weigering gebukt te gaan daaronder 't viaduct
blij in trein dat alles was gelukt
'k je bijna belde nog om naar strand te gaan,
zag ik mijn ontvluchten.
Geplaatst in de categorie: afscheid
voor haar, je broer...en jou.
Gecondoleerd Rala