De kou als metgezel
Onder de winter
slaapt hij, dromen in de kou
stilte roept om hulp
De winter slaat zijn klauwen om alles wat leeft en beweegt,
de lucht voelt als ijs, de grond hard als een steen.
Hij loopt door de nacht, een verloren silhouet in de leegte,
zijn schuilplaats slechts dromen die in rook lijken opgegaan.
De deuren zijn gesloten, de opvang een verre belofte,
regels als muren die hem telkens opnieuw buiten houden.
Zijn handen, verkleumd, voelen niet meer als de zijne,
de jas om zijn schouders versleten, een vergeefse bescherming.
Hij ziet de mensen passeren, hun ogen gericht op de grond,
te bang of te moe om te kijken naar wat ze niet willen zien.
Maar hij draagt zijn pijn als een mantel die niemand begrijpt,
hij zwijgt, maar in stilte schreeuwt hij om een teken van hoop.
Toch blijft er een vlam, klein maar onuitblusbaar aanwezig,
een wens dat er morgen misschien iets anders zal zijn.
Een hand die hem leidt naar een plek vol warmte en licht,
waar de winter geen vijand meer is, maar slechts een herinnering.
Zie ook: https://catherineboone.blogspot.com
Schrijver: CB, 20 januari 2025
Geplaatst in de categorie: actualiteit