Tussen nu en nooit
De stad ademt traag onder lantaarnlicht,
iemand vergeet zijn naam in het blauw van de ochtend.
Er is een hand die zwaait, een mond die zwijgt,
het raam staat op een kier voor wat niet gezegd wordt.
In het gras liggen de schaduwen te wachten,
een kind telt de wolken, een moeder haar zorgen.
Ergens schrijft iemand een gedicht over verdwalen
en noemt het thuiskomen.
Wij zijn de echo van wat we hopen te worden,
tussen nu en nooit,
waar het licht altijd even blijft hangen
voor het verdwijnt.
23 april 2025
Geplaatst in de categorie: algemeen