Sonate van Verlangen
Hoor mij aan in het licht van ochtendgloren,
waar ik uitkijk over onbevlekte velden.
Uit gratie geraakt, voor altijd verloren,
als in obscuriteit gevallen helden.
Daag mij uit, als een ode aan het bestaan,
vervliegend als damp in sluimerende mist.
Waar gemoedsrust mij heelt, onbezonnen doch begaan,
in vlagen van wanhoop, voor altijd betwist.
Doordrenkt in bloed en zwenkend verlangen,
onbaatzuchtig en vrij van verstikkende vrees.
Verfijnd en rauw, in illusie gevangen,
klinkt mijn stem — zelfontkennend en hees.
Ontwapend door jouw lach verblijf ik hier,
als bewaarder van onschuld, onbekommerd.
Mijn ogen gefixeerd in extatisch vertier,
uit weemoed geboren en teder verkommerd.
Treed toe in mijn reis naar de dageraad,
ongekend en volmaakt ongedwongen.
Ik schilder met woorden, altijd paraat,
als een sonate — welbespraakt, onbezongen.
Hier eindigt het avontuur in speels gelach,
vervoerend als in een schaduwspel.
Vertroebeld door waanzin doe ik mijn beklag,
en kiezen wij zelf ons paradijs of onze hel.
Geplaatst in de categorie: emoties

Geef je reactie op deze inzending: