De Tijdmolen
Tot op hun fundament diep in de grond
kraken mijn binten van de krachten:
ik maal de uren tot gedachten,
de tijdstorm jaagt mijn wieken rond.
En als het waaien luwt sta ik te wachten
of ik het knappen van de houtworm hoor,
die eenmaal - naar ik zeker weet -
de hardste balken tot de kern doorvreet.
Liever gebroken door de storm dan in een zachte
bries door houtworm weggevreten
maal ik zolang ik sta en wind vang door
tot mij het uur aanwaait van weten
of ik tot stof uiteenval, werkend ben versleten,
dan wel tot de gebrokenen behoor.
Geplaatst in de categorie: literatuur