de maan scheen vaal
ik zag je dansen
langs de gracht
het waaide kouder
dan ik dacht
de maan scheen vaal
weerkaatste nattigheid
in de kapotte schijn van
dromende lantaarnpalen
huizen hullen zich en mij
in het duister van hun muren
de ramen zijn nog zwart door
het niet thuis zijn van de buren
ze zijn uitgewoond
en huren resten van de tijd
het fundament verdraagt niet dat
de ene steen nog op de andere blijft
ik sterf de straten uit
steek over en dood uren in
het ronden van het plein een
vroege fietser zal mijn morgen zijn
Geplaatst in de categorie: liefde