De verstrengeling van engelen
Ik lach het buiten uit dat in mij wil
Het reine deel dat leeft van u, vernielen:
Mijn leed, uw beeld staat immers eeuwig stil,
Het is van glas & spiegelt onze zielen.
& Wat naar binnen wil beweegt te veel,
Om door te dringen naar mijn deel in u,
Dat in u ik & u in mij tot deel verdeelt
Van een onbreekbaar heel, een wij, een kei,
Die op de stranden van de eeuwigheid
Zich naakt ontrolt & duurt: onsterf’lijkheid.
Zie ook: http://vilt.wordpress.com
Schrijver: Dirk Vekemans, 26 november 2010
Geplaatst in de categorie: lichaam