Leonard Bernstein, titaan
Concertgebouw Amsterdam. Het is 1989.
De grote zaal is uitverkocht.
Het Koninklijk Concertgebouworkest speelt.
Jaap van Zweden voert de eerste violen aan.
Leonard Bernstein dirigeert Schubert. De vijfde.
Ik ren de trappen op en wacht daar op de maestro.
Uitgeput komt ook Bernstein boven.
Hij geeft zijn kunstgebit aan zijn assistent.
Hij krijgt een handdoek en een brandende sigaret.
Gretig zuigt hij de rook diep in zijn longen.
Hij kijkt me uitgeput aan en stamelt
'Those stairs are killing me'.
Gebroken daalt Bernstein de hoge trap weer af.
Charisma vult de grote zaal. Iedereen juicht.
Na de pauze dirigeert Lenny nog een uur.
Mahler. De eerste. De Titaan.
Na het concert spreken we elkaar.
We praten over heimwee en Joodse muziek.
Jaap van Zweden komt de dirigentenkamer binnen,
zwart leren jack aan, vioolkist om zijn schouder.
De dirigent en zijn opvolger omhelzen elkaar.
Ook koningin Beatrix komt afscheid nemen.
Lenny overlijdt in 1990.
Als uniek musicus. Als moedig mens. Als titaan.
Componisten en titanen sterven niet.
Geplaatst in de categorie: afscheid