Over een vogel en de zon
Klap - wiek
klap - wiek
doet het vogeltje,
toerend door de avondlucht.
Zoekend naar een torretje,
een mug, een mot of vlieg.
Dit alles bij een zonnetje,
dat afscheidsrood ter kimme neigt.
Na het suizend zoeven
langsboven dimmend licht,
gaat ons kleine vogeltje -
de trek gestild, de dorst gelest,
op weg naar rust, naar vaste stek.
Dan lijkt de zon te blijven hangen,
waardoor, gezien van afstand
achter het vogeltje op zijn tak,
een gloeiend aureool ontbrandt.
Zo eert het grote het zoveel kleinere
in dit kosmische spel
van grote en minder grote belangen.
En even is alles vredig; alles wel.
Geplaatst in de categorie: natuur