Protuberans
De onrust beweegt zich voort,
eeuwig langs de gebaande weg:
links, naar rechts,
terug naar links, toch weer
terug naar rechts.
De veer staat te strak
en schiet mij te ver door
naar toen; naar
waar ik niet meer wilde wonen,
nooit meer wilde zijn
en altijd weer wind ik de veer
te strak op,
mijn tijd kan het niet duren.
Genoeg nu van die schaduwtijd,
als ik jou toelaat, vrij laat
uit je bancirkel – ik heb je nooit
vervloekt
(en toch,
die ene steekvlam,
uitslaande brand niet beheerst
de wereld in – protuberans die
de planeet verwoest).
Blijven we dan altijd ganzenkuiken op de stroom,
drijvend waar we heen gedreven worden
of groeien we op en zwemmen onze weg?
Ik hoor jou, zelfs zie ik jou,
voorbij deze wereld als je bent,
en
laat als in gebed de veer aflopen.
Er is geen cirkel meer –
ik kies open te zijn,
ieder in onze eigen wereld,
met de ruggen tegen elkaar,
zal ik voor jou hier zijn.
Blus voor mij
de brand aan de andere kant.
Geplaatst in de categorie: woede