Oetoen
de leden gelaten.
het hart is blind en weet
zich door het ziende
onbemind.
Oetoen plukt de bloem.
huilen kan ze niet maar voel
het droeve dreunen, hoor
in het witte kronkelen
van honderden larven
de bodem van git
waarop zij valt,
waarop zij viel,
waarop zij vallen zal, en
adem
het weeïge ritselen, het
slurpen en glijden
van het leed en de lust
in de bange wortel
van haar blanke,
benige lijf.
in het opwaarts vlokken
van vallende asse woedt
en slingert de nijdige
tijd.
de bloem tooit Oetoen.
nu is het vuur,
nu laait het hoog
naar de nok
van de ziel.
... 19/02/2008-06/12/2020, voor 'Rigorisme. losse lyriek 1994-2024' ...
Zie ook: http://dirkvekemans.be
Schrijver: Dirk Vekemans, 7 december 2020
Geplaatst in de categorie: algemeen