inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

Laatst toegevoegde netgedicht (nr. 86.545):

Ze mogen me Franz noemen

Altijd is het een stijl pad dat kronkelend langs
een stromend beekje leidt tot een grotesk slot;
het bladerdak verzwakt wat de wolken overlaten
aan het weinige zonlicht op zijn bezweet gezicht.

Het laatste, het zwaarste, met de poort als gewricht
van de tijd na alle goden, in de protagonist z’n zicht,
deel van de raarste tocht -de aankomst volgt zo nog,
ooit voor een gedrocht van een vraag ondernomen,
zit er bijna op, zolang hij, de vandalenheld, dromen
niet verwart met werkelijk ter zake doende idiomen.

Eenmaal aangekomen, de wachters zijn luid-
sprekende, manhaftige en getrouwe vrouwen,
bouwt hij de spanning verder op dan nodig is,
door die felle dienders dupliek voor te houden,
voordat zij überhaupt een eis konden stellen,
terwijl hij zijn knopen beter had kunnen tellen.

Het strengste beleid ooit
was nog niet geschreven,
laat staan opgedroogd,
met vooruitwerkende
kracht doorgeschoten
langs de vele dagklerken
van gisteren en morgen.
‘Maakt u zich zorgen?
Zij willen vandaag graag
weten wie zij ’s ochtends,
volgende week maandag,
denken te mogen ontvangen.’

Perplex is het juiste woord voor het overweldigende
gevoel wat op dat moment als de nacht over hem viel;
het bleef voorlopig donker onder de leeggezogen hemel,
een sterrenloos zwart wonder, zonder aanknopingspunten;

lichten doofden in zijn hoofd, van de raarste illusies beroofd
toog hij naar de enige kroeg. Daar dichtte hij genoeg geld
bij elkaar om de vele nachten, die hij wachten moest en zou,
in het enige halflege kamertje, onder een dametje van tachtig,
warm door te kunnen brengen. Maar wat krengen van muggen
zorgden vlug voor verandering in zijn barre omstandigheden:

hij was het zat dat het altijd maar op zijn talent uitdraait
als het op volpraten aankwam; hij die de woorden voorzaait,
zodat zinnen kunnen worden geoogst door de hoogste gene
die voor die ene keer kiezen, of de gemene deler geven, mag.

De volgende dag bewoog hij zich aanzienlijk zelfverzekerder,
de woorden die hij bedacht waren berekenend en degelijker;
terdege bewust van de gunst waarin hij zou moeten vallen,
zeeg hij goed gekleed, met een zweem van barmhartigheid,
opnieuw op de toegang tot het domein der kennis en tijd af.

Dit gaf de wisseling van de wacht, van vandaag op morgen,
niet de macht van voorsprong, maar de geheide achterstand
die onze verstandig geworden man planmatig verder bracht
dan waar hij, een dag of wat terug, treurig afgedropen was.

Nu besloop hem het vermoeden dat hij binnenkomen zou,
snel en eenvoudig de trouwste tegenstanders benauwen wou
met letterlijk uit leesstof dwarrelende wetenswaardigheden
die doen denken aan: aan gekte grenzende eigenaardigheid;

een eeuwige voltijdstudent aan de levenslessenuniversiteit;
genialiteitszaad dat steigert bij het wortelschieten in grond
bedoeld als frontlinie tegen de tanks van stompzinnigheid.
Zijn naam was gehoord zodat hij bij de board komen mocht,

men verzocht hem niet langer, zoals het hoort, zwanger
van de levenslustige woorden, te zwijgen of te zwichten
voor onverlichte geesten in de onheilspellende gangen,
die vrije vogels, zeer onterecht, van onkunde betichten.

De weg terug kan soms vlugger gaan dan die omhoog,
als hij het droog houdt en niet al te grote stappen zet;
het gros van de goegemeente zal de grap ervan inzien,
volgens een smaldeel is uitglijden en vallen verdient.

Jammer dan.

Schrijver: R.E.N.S., 18 augustus 2025


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 24

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)