‘het knotsgekke ventje’
“Al zoveel gaatjes gedicht,
gezichten op- en afgetuigd,
maar de ruimte overtuigt niet meer”
Aldus dobberend als Perseus,
onwetend in de zee der eindeloze mogelijkheden;
“gezegend zij de ideeënstrijd!”
Dan maar buitelen over Slift,
of soortgelijke,
een allesbehalve giftige cocktail eigenlijk,
maar de op hol geslagen pronkstaart van de haan,
vooraan,
in trance dansend,
met zijn botte kop in de boxen boksend,
het knotsgekke ventje wederwenkend.
“Laat ons samen rammen en klooien in koor,
als bij elkaar geraapte mooie-woorden-mannen,
uit wankele puzzelstukjes (sch)aapachtig verlangen,
als prachtig verfrommelde exemplaren bewaard”
Echter lonken de westelijke duinen,
waar de luide haan met zijn teven pronken zal,
-ook het struinen zal langskomen
de tenen in het fokking koude zand gestoken.
Het huisje prijkt,
-een omgebouwde schuur in alle eerlijkheid
aan de strandkant van een idyllische wijk,
-met uitzicht op een binnenplaats.
Maar dat is wel het laatste waar
de welopgevoede,
de uitvreter,
én de prinses der paarden,
-niet te vergeten,
zich druk om maken.
Dit uitwaaiweekend zullen zij
zich prima vermaken,
alles nóg beter laten smaken.
28 november 2025
Geplaatst in de categorie: vriendschap

Geef je reactie op deze inzending: