Achterkant
In de verste hoek van de stoffige zolder
daar zwerven ze zonder weerga
de zwakste reepjes licht van de vergane dag
weggevlucht uit de verwaaide polder
in de nok verscholen alsof weldra
de nacht met een honende lach
al het zicht wegslokt
de aarde schokt en de schittering blokt
een nog niet gezette krakende stap
beroert de schouders van de trap
ik word gedragen op een stille hand
door de laatste tijdwaarnemer
naar de verborgen achterkant
van de gedoofde avondschemer.
Geplaatst in de categorie: afscheid