Weemoed
Als de wind weer weemoed waait,
loom, donkerblauw en vol verlangen.
Zich ritselend laat vangen,
standvastig blijft, niet draait.
Kan ik eenzaam, lange uren staren
naar jouw glimlach in mijn glas.
Je ogen, je mond, hoe mooi je was.
Maar de dood speelde al door je haren.
Een kam met veel te scherpe tanden
op een hoofd waarin de waanzin laait,
als de wind die stro aanzet tot branden.
Een vuur dat onverwacht was opgelaaid,
je leven wegblies als een guirlande
in de zwarte wind die wanhoop waait.
Geplaatst in de categorie: overlijden