Op een snoeshaan
Een snoeshaan veinsde: “ik ben geen janhen”
en bauwde stug: “ik kraai omdat ik ben”.
Met grote snavel voelde hij zich sterk,
onkwetsbaar zelfs bij ‘t haan-de-voorstewerk.
Zijn kippen tokten: “doe niet zo gewichtig,
er heerst een ziekte hier, dus doe voorzichtig!”
Door die bemoeiing werd hij kukelkwaad
en schimpte: “fake! da’s domme krielkippraat!”
Ocharm, de hoge kraaier werd wél ziek
en moest op slag naar de Poehaankliniek.
Zo bleek maar weer: de hoogmoed komt ten val,
ook in het aardse pluimveetranendal –
... Vandaag bij wijze van uitzondering die de regel bevestigt:
een Trijntje Fop in plaats van een snelsonnet ...
Zie ook: http://www.ingeboulonois.nl
Schrijver: Inge Boulonois
6 oktober 2020
3.6 met 12 stemmen
484